Proefexamen N(ovice)

De juiste volgorde van toenemende bandbreedte is:

Een klein signaal wordt toegevoerd aan de ingang van een transistorschakeling. Aan de uitgang ontstaat een gelijkvormig signaal met een grotere amplitude.

Dit effect heet:

De gebruikelijke bandbreedte van een amateur EZB-teIefoniesignaaI is:

De bruikbaarheid van de 28 MHz band voor intercontinentaal radioverkeer is het grootst:

Onder troposfeer wordt verstaan het gedeelte van de atmosfeer boven het aardoppervlak:

Als de detectieschakeling met BFO wordt meegeteld dan heeft een enkelvoudige superheterodyne-ontvanger.

De hoogste laag in de ionosfeer is:

Welke stof is een elektrische isolator?

Een micro-ampèremeter kan geschikt worden gemaakt voor het meten van een spanning van enige volts door:

Een registratie voor het gebruik van frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs wordt uitgevoerd namens de Minister van:

Dit is het blokschema van een FM-zender.

In dit blokschema ontbreekt de:

Definitie zendvermogen:

Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( … X … ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

 Op plaats […X…] moet staan:

De FM-detector in een 2-meter ontvanger dient om:

De meest effectieve schakeling om “laagfrequent inpraten” te voorkomen is:

Met een superheterodyne-ontvanger wordt een signaal ontvangen van 1 MHz. De oscillatorfrequentie is 550 kHz.

De middenfrequentversterker is afgestemd op:

Afbeelding 1

Transformator T2 dient voor het:

De frequentie van een radiogolf is 0,3 GHz.

De golflengte is:

Een parallelkring heeft:

Verbindingen in de 14 MHz band over grote afstand worden gemaakt via:

HF-signalen zijn over lange afstand veelal onderhevig aan snelle fading.

Dit wordt veroorzaakt door onregelmatigheid van:

Een waarde van 200 pF wordt bereikt met:

De parallelresonantiefrequentie van deze schakeling wordt bepaald door:

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:

Aansluiting 3 is de:

Om wisselspanning om te zetten in een gelijkspanning wordt gebruik gemaakt van een:

Als van een weerstand van 200 ohm de mogelijke waarde ligt tussen 190 ohm en 210 ohm dan is de tolerantie

Dit is het blokschema van een ontvanger.

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

De veiligste plaats om te werken aan apparatuur onder hoge spanning is een:

Om de maximaal toelaatbare vermogensdissipatie van een weerstand te verhogen, kan men het beste:

Bewering 1:

Een enkeIzijbandzender met onderdrukte draaggolf wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is FBE.

Bewering 2:

Een FM-zender zendt datasignalen uit. De klasse van uitzending is F1D.

 Wat is juist?

Een radiozendamateur met een N-registratie installeert een onbemand packetradiostation in de 70 cm amateurband

Dit is:

R dissipeert 4 watt.

Het gedissipeerd vermogen van de gehele schakeling is:

Bewering 1:

Een FM-zender wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is F3E.

Bewering 2:

Via een enkelzijbandzender met onderdrukte draaggolf worden met behulp van een hulpdraaggolf met de hand geseinde morsetekens verzonden. De klasse van uitzending is J2A.

Wat is juist?

In het blokschema is de functie van blok 7:

De vervangingsweerstand is:

In netvoedingen moet de aarddraad van het netsnoer worden verbonden met het metalen chassis.

Hierdoor zal in alle gevallen dat er een fout in de voeding optreedt:

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

Het totale opgenomen vermogen van deze drie modulen is:

Welke karakteristiek behoort bij een hoogdoorlaatfilter?

Een VHF-zender wordt in frequentie gemoduleerd met een lf-signaal.             ,

Het VHF-signaal heeft:

De laagfrequentversterker in een communicatieontvanger: