Proefexamen N(ovice)

De schakeling is een:

 
 
 

Een middenfrequentversterker:

 
 
 

De zelfinductie van de spoel in de kring van de eindtrap van een 145 MHz zender is over het algemeen:

 
 
 

Van een amplitude-gemoduleerde 2-meter zender is de modulatie hoorbaar uit de luidspreker vac een TV-ontvanger, zelfs als de volumeregelaar hiervan op minimum is gesteld.

De juiste conclusie is:

 
 
 

De voortplanting van radiogolven over grote afstand in de 2-meter band is vooral afhankelijk van:

 
 
 

Welke golflengte en frequentie komen met elkaar overeen?

 
 
 

Volgens de”gebruikersbepalingen” wordt onder het zendvermogen van een FM-zender verstaan:

 
 
 

De bandbreedte van een FM-signaal:

 
 
 

Op het vaste adres van de geregistreerde radiozendamateur staat het amateurstation zodanig opgesteld dat door het indrukken van de microfoonschakelaar de zender in bedrijf komt.

De radiozendamateur is niet aanwezig.

Wat is juist?

 
 
 

Op grote afstand van een 21 MHz zender worden rasterstoringen ondervonden in de televisie-ontvangst op kanaal 4 (63 MHz).

De storingen kunnen worden opgeheven door:

 
 
 

 Zes 1,5 V cellen worden op onderstaande manier aangesloten.

 De spanning tussen A en B is:

 
 
 

In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten

Wat is de juiste schakeling?

 
 
 

Een zen der is afgesloten met een belastin gsweerstand van 50Ω. Het hf-uitgangsvermogen van de zender is:

 
 
 

Bij een wandcontactdoos is er een fase en een nul.

Het onderscheid tussen deze aansluitpunten bepaalt men het meest betrouwbaar door:

 
 
 

Drie condensatoren van 30 nanofarad worden in serie

De vervangingscapaciteit is:

 
 
 

Definitie zendvermogen:

Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de ( … X … ) tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

 Op plaats […X…] moet staan:

 
 
 

Het woord “YOGHURT” wordt volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Een coaxiale kabel is weergegeven in:

 

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender die een zendvermogen kan afgeven van maximaal 50

Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

 
 
 

De radiozendamateur moet:

 
 
 

De zelfinductie van een spoel:

 
 
 

Een radiozendamateur werkt op een amateurfrequentie waarop de Amateurdienst met een secundaire status is toegelaten.

De radiozendamateur is verplicht om gedurende de uitzendingen:

 
 
 

De lengte van een halvegolf dipool voor de 7 MHz band is ongeveer:

 
 
 

De juiste volgorde van toenemende bandbreedte is:

 
 
 

Op alle TV-kanalen (zowel boven als onder de 2-meter band) ondervindt een TV-ontvanger storing van een 2-meter.

Dit probleem kan worden opgelost door het plaatsen van een:

 
 
 

Het gebruik van amateurtelevisie met een bandbreedte van 6 MHz is toegestaan:

 
 
 

Een superheterodyne-ontvanger heeft geen hf-versterker.

Draaien aan de afstemknop verandert de afstemfrequentie van:

 
 
 

De meest geschikte bandbreedte voor een hf-amateur-ontvanger, die gebruikt wordt voor EZB-telefonie-ontvangst, bedraagt:

 
 
 

De henry is de eenheid van:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-148 MHz.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken ?

 
 
 

Een voeding wordt beveiligd met één of meer smeltveiligheden in de

Dit wordt in de praktijk gedaan met:

 
 
 

Als van een condensator van 200 pF de mogelijke waarde ligt tussen 190 pF en 210 pF dan is de tolerantie

 
 
 

Een klein signaal wordt toegevoerd aan de ingang van een transistorschakeling. Aan de uitgang ontstaat een gelijkvormig signaal met een grotere amplitude.

Dit effect heet:

 
 
 

De parallelresonantiefrequentie van deze schakeling wordt bepaald door:

 

 

 

 

 

 

 
 
 

Bij een antenne met parasitaire elementen (yagi) is de volgorde van de elementen:

 
 
 

Indien bij een parallelkring de zelfinductie wordt verdubbeld en de capaciteit wordt gehalveerd, dan zal de resonantiefrequentie:

 
 
 

In R3 wordt een vermogen gedissipeerd van 2 watt.

 

Het vermogen dat in R1 gedissipeerd wordt is:

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie wil uitzenden op 144,990 MHz in de klasse van uitzending F1A en een bandbreedte van 1,2 kHz.

Dit frequentiegebruik is:.

 
 
 

Op welke frequentie is de antenne in resonantie?

 

 
 
 

Dit is het blokschema van een ontvanger.

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 

 

 
 
 

Vraag 1 van 40