Proefexamen N(ovice)

Bij een wandcontactdoos is er een fase en een nul.

Het onderscheid tussen deze aansluitpunten bepaalt men het meest betrouwbaar door:

 
 
 

Een enkel superheterodyne-ontvanger heeft een middenfrequentie van 455 kHz.

Voor ontvangst op 7,055 MHz is de oscillator afgestemd op:

 
 
 

Lange-afstand-communicatie op hf-banden wordt mogelijk gemaakt door het afbuigen van radiogolven in de:

 
 
 

De bandbreedte van een FM-ontvanger wordt bepaald door:

 
 
 

De parallelkring is in

De impedantie tussen X en Y is:

 
 
 

Welke bewering is het meest juist?

Radiogolven met een golflengte van 2 meter:

 
 
 

Dit is een schema van een:

 
 
 

Het frequentiebereik van een ontvanger loopt van 144 tot 146 MHz. De middenfrequentie is 10 MHz.

Het frequentiebereik van de oscillator kan zijn:

 
 
 

De golflengte van een signaal, dat gereflecteerd wordt door de F-laag, kan zijn:

 
 
 

Welke golflengte en frequentie komen met elkaar overeen?

 
 
 

De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voortplanting van radiogolven in de:

 
 
 

Een 2-meter FM-station straalt te sterke harmonischen uit.

Als gevolg hiervan kan storing optreden in:

 
 
 

De gebruikelijke bandbreedte van een amateur EZB-teIefoniesignaaI is:

 
 
 

In de UHF-band ligt de frequentie:

 
 
 

Bewering 1:

Een FM-zender wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is F2A.

Bewering 2:

Een enkelzijbandzender met onderdrukte draaggolf wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is J2B.

 Wat is juist?

 
 
 

De bandbreedte van een FM-signaal:

 
 
 

De ITU regio I, waartoe Nederland behoort, omvat de volgende gebieden:

 
 
 

Een enkelzijbandzender wordt gebruikt voor het uitzenden van

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

Overdag is een noord-zuid radioverbinding over 10.000 km vrijwel steeds mogelijk op:

 
 
 

De afstand, waarover in de 2-meter band een verbinding gemaakt kan worden, wordt soms sterk vergroot door:

 
 
 

Een zender is via een kabel met de antenne verbonden.

Door het toevoegen van een antennetuner tussen de zender en de kabel kan:

 
 
 

Op welke frequentie is de antenne in resonantie?

 

 
 
 

De automatische versterkingsregeling (AVR) in een hf-ontvanger heeft als functie:

 
 
 

In een tijdschriftartikel wordt gesproken over “82 mH”.

Deze aanduiding behoort bij een:

 
 
 

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:

 
 
 

Welke karakteristiek behoort bij een hoogdoorlaatfilter?

 

 

 

 
 
 

De voortplantingssnelheid voor radiogolven in een bepaald materiaal is 250.000 km/s. In dit materiaal is de golflengte van het signaal 2 meter.

De frequentie is dan:

 
 
 

Bij een antenne met parasitaire elementen (yagi) is de volgorde van de elementen:

 
 
 

Twee weerstanden van verschillende waarde zijn parallel aangesloten op een spanningsbron. De warmte-ontwikkeling in de weerstand met de laagste waarde is:

 
 
 

De radiozendamateur moet:

 
 
 

Bewering 1:

Een dubbeIzijband AM-zender wordt gemodelleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is AIA.

Bewering 2:

Een FM-zender wordt gemoduleerd met datasignalen. De klasse van uitzending is F1D.

 Wat is juist?

 
 
 

Een hoogdoorlaatfilter is een filter dat:

 
 
 

Om het opgenomen vermogen van de zender zo nauwkeurig mogelijk te meten, dient de weerstand van de respectievelijke meetinstrumenten te zijn:

 
 
 

In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten

Wat is de juiste schakeling?

 
 
 

Hoe Iang moeten de parasitaire elementen X, Y en Z zijn?

 
 
 

Aansluiting 1 is de:

 

 
 
 

Welke karakteristiek behoort bij een laagdoorlaatfilter?

 

 

 
 
 

Een middenfrequentversterker:

 
 
 

De stroom die een weerstand in gaat is:

 
 
 

Vraag 1 van 40