Proefexamen N(ovice)

De meest effectieve schakeling om “laagfrequent inpraten” te voorkomen is:

 
 
 

In een enkelzijbandzender wordt de draaggolf onderdrukt om:

 
 
 

Welke bewering is het meest juist?

Radiogolven met een golflengte van 2 meter:

 
 
 

Een registratie voor het gebruik van frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs wordt uitgevoerd namens de Minister van:

 
 
 

Verbindingen in de 14 MHz band over grote afstand worden gemaakt via:

 
 
 

De mogelijke waarde van een 200 ohm weerstand met een tolerantie van 10% ligt tussen:

 

 
 
 

De beste manier om een antennemast te aarden is:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-148 MHz.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken ?

 
 
 

Radioverbindingen in de 2-meter band tussen stations op aarde vinden in het algemeen plaats via de:

 
 
 

Met een superheterodyne-ontvanger wordt een signaal ontvangen van 1 MHz. De oscillatorfrequentie is 550 kHz.

De middenfrequentversterker is afgestemd op:

 
 
 

Een zender, welke werkt in de band 144-148 MHz en 100 watt kan leveren, wordt te koop

Mag een radiozendamateur met een N-registratie deze apparatuur gebruiken?

 
 
 

Een radiogolf met een golflengte van 60 meter heeft een frequentie van:

 
 
 

De stroom die een weerstand in gaat is:

 
 
 

Een bandfilter past men toe in:

 
 
 

In variabele condensatoren is het diëlectricum veelal:

 
 
 

Het deel van een EZB-station dat zou kunnen bijdragen aan de onderdrukking van hogere harmonischen in het uitgangssignaal is:

 
 
 

Voor een constante uitgangsspanning dient de ingangsspanning:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

In een laagfrequentversterker wenst men signalen met frequenties boven het hoorbare gebied te onderdrukken.

 

 

Welk filter wordt toegepast?

 

 
 
 

Als selectieve laagfrequentversterker kan het best worden gebruikt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

De stroom in module 3 bedraagt:

 
 
 

Wanneer in een geluidinstallatie laagfrequentdetectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

 
 
 

Op grote afstand van een 21 MHz zender worden rasterstoringen ondervonden in de televisie-ontvangst op kanaal 4 (63 MHz).

De storingen kunnen worden opgeheven door:

 
 
 

De volgende gebieden bevinden zich in ITU regio III:

 
 
 

Een seriekring heeft:

 
 
 

De golflengte van een signaal, dat gereflecteerd wordt door de F-laag, kan zijn:

 
 
 

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen x en y met een waarde van:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De automatische versterkingsregeling van een ontvanger regelt meestal de:

 
 
 

Een radiozendamateur met een N-registratie heeft een zelfbouw 2-meter zender die een zendvermogen kan afgeven van maximaal 50

Het gebruik van deze zender door de N-geregistreerde is:

 
 
 

Welke maatregel kan worden genomen tegen het optreden van storing als gevolg van een aanwezig stoorveld?

 
 
 

Als selectieve hoogfrequentversterker kan worden gebruikt:

 

 
 
 

Een AM-zender wordt gemoduleerd met spraak.

De klasse van uitzending is:

 
 
 

Dit is het blokschema van een EZB-zender.

In dit blokschema ontbreekt de:

 
 
 

Door een weerstand van 2 kilo-ohm loopt een stroom van 5 milliampère.

De spanning over de weerstand is:

 
 
 

Een amateurzender werkt op 2 meter met FM. Zijn tegenstations melden dat de uitzending sterk vervormd is. De zender werkt op de juiste frequentie.

De oorzaak van de vervorming is waarschijnlijk:

 
 
 

Een zen der is afgesloten met een belastin gsweerstand van 50Ω. Het hf-uitgangsvermogen van de zender is:

 
 
 

Een coaxiale kabel is weergegeven in:

 

 
 
 

De FM-detector in een 2-meter ontvanger dient om:

 
 
 

De bandbreedte van een FM-signaal:

 
 
 

Een zender is aangesloten op een kunstantenne (dummy load). Het uitgangsvermogen van de zender wordt een factor 4 vergroot.

De uitgangsstroom wordt dan:

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

Vraag 1 van 40