Proefexamen N(ovice)

Dit is een schema van:

 
 
 

Een zender bestaat uit drie modulen. De totale opgenomen gelijkstroom is 1 ampère.

De stroom in module 3 bedraagt:

 
 
 

Welke figuur stelt een eindgevoede halvegolfantenne voor?

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

De voortplanting van radiogolven over grote afstand in de 2-meter band is vooral afhankelijk van:

 
 
 

In R3 wordt een vermogen gedissipeerd van 2 watt.

 

Het vermogen dat in R1 gedissipeerd wordt is:

 
 
 

De juiste kleuraanduiding van de draden in een netaansluiting is:

 
 
 

De inwendige weerstand van de ampèremeter bedraagt 1

De stroom door de weerstand R is gelijk aan:

 

 
 
 

Een zender, welke werkt in de band 144-148 MHz en 100 watt kan leveren, wordt te koop

Mag een radiozendamateur met een N-registratie deze apparatuur gebruiken?

 
 
 

De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voortplanting van radiogolven in de:

 
 
 

De modulatievorm welke de minste storing door laagfrequentdetectie veroorzaakt is:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 wat. De zender kan werken van 144-148.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie  dit apparaat gebruiken?
 
 
 

In de schakeling zijn alle weerstanden 1000 ohm. In R wordt 4 watt gedissipeerd.

Het vermogen in R1 is:

 
 
 

De snelheid waarmee radiogolven zich in de vrije ruimte voortplanten bedraagt ongeveer:

 
 
 

De schakeling is een:

 
 
 

Als van een weerstand van 200 ohm de mogelijke waarde ligt tussen 190 ohm en 210 ohm dan is de tolerantie

 
 
 

Als de detectieschakeling met BFO wordt meegeteld dan heeft een enkelvoudige superheterodyne-ontvanger.

 
 
 

De beste manier om een antennemast te aarden is:

 
 
 

Het zendvermogen van een zender is instelbaar van 1 tot 50 watt. De zender kan werken van 144-148 MHz.

Mag een radiozendamateur met een N-registratie dit apparaat gebruiken ?

 
 
 

Van een amplitude-gemoduleerde 2-meter zender is de modulatie hoorbaar uit de luidspreker vac een TV-ontvanger, zelfs als de volumeregelaar hiervan op minimum is gesteld.

De juiste conclusie is:

 
 
 

Een radiozendamateur maakt vanuit de auto een verbinding op 2 meter. Tot zijn schrik merkt hij dat hij een zakelijke afspraak niet kan nakomen.

Hij vraagt aan de radiozendamateur met wie hij verbinding heeft dit telefonisch door te geven.

Dit is:

 
 
 

Dit is het blokschema van een

Het blokje gemerkt met X stelt voor de:

 

 
 
 

Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.

De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:

 
 
 

De stroom die een weerstand in gaat is:

 
 
 

Van welke schakeling is de vervangingscapaciteit 10 uF?

 
 
 

De roepletters GSBEQ worden volgens het voorgeschreven spellingalfabet gespeld als:

 
 
 

Een waarde van 200 pF wordt bereikt met:

 

 
 
 

Bewering 1:

Een dubbelzijband AM-zender wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is A3E.

Bewering 2:

In een zender wordt fasemodulatie toegepast voor het uitzenden van een datakanaal. De klasse van uitzending is G3E.

Wat is juist.

 
 
 

Deze L-C schakeling heeft:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 

Het gebruik van amateurtelevisie met een bandbreedte van 6 MHz is toegestaan:

 
 
 

Met een superheterodyne-ontvanger wordt een signaal ontvangen van 1 MHz. De oscillatorfrequentie is 550 kHz.

De middenfrequentversterker is afgestemd op:

 
 
 

Dit is het blokschema van een FM-zender.

In dit blokschema ontbreekt de:

 
 
 

Bewering 1:

Een enkeIzijbandzender met onderdrukte draaggolf wordt gemoduleerd met een spraaksignaal. De klasse van uitzending is FBE.

Bewering 2:

Een FM-zender zendt datasignalen uit. De klasse van uitzending is F1D.

 Wat is juist?

 
 
 

De schakeling stelt voor:

 

 
 
 

In welke schakeling geleidt de diode?

 
 
 

Een weerstand van 100 ohm kan gemaakt zijn van:

 
 
 

Een registratie voor het gebruik van frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen door radiozendamateurs wordt uitgevoerd namens de Minister van:

 
 
 

Een enkel superheterodyne-ontvanger heeft een middenfrequentie van 455 kHz.

Voor ontvangst op 7,055 MHz is de oscillator afgestemd op:

 
 
 

Variabele condensatoren worden gevormd door twee geleiders met daartussen een diëlectricum.

Een vaak toegepast diëlectricum is:

 
 
 

De gebruikelijke waarde van een afstemcondensator voor kortegolftoepassingen is:

 
 
 

Als selectieve hoogfrequentversterker kan worden gebruikt:

 

 
 
 

Vraag 1 van 40